Het circovirus bij varkens (PCV) vormt een ernstige bedreiging voor varkenshouderijen in mijn land, waarbij PCV2 en PCV3 de meest schadelijke zijn en gemengde infecties veel voorkomen.Uit studies is gebleken dat de infectiepatronen aanzienlijk verschillen bij varkens van verschillende leeftijden, waardoor precieze preventie en controle moeilijk is.
Een recent in het tijdschrift Animals gepubliceerde studie beschreef de prevalentie van vier circovirussen bij varkens (PCV1, PCV2, PCV3 en PCV4) bij varkens van verschillende leeftijden op grote varkenshouderijen in mijn land.het verstrekken van waardevolle gegevens en belangrijke bevindingen.
De studie, uitgevoerd tussen januari en maart 2024, bestond uit 30 fokbedrijven (met tussen de 1.000 en de 3.000 zeugens), waarvan de meeste in de Unie zijn gevestigd.000, en geiten die tegen PCV2 zijn gevaccineerd) en 27 afwerkingsbedrijven (met meer dan000, en commerciële varkens die tussen 14 en 21 dagen oud zijn) in 14 provincies in China.De onderzoekers verzamelden 415 testikulêre vloeistofmonsters (elke samengesteld uit 20 nestjes) die bij castratie werden verzameld van zoogvarkens (3 tot 5 dagen oud), evenals 1583 serummonsters van zeugens, broedvarkens (7 tot 10 weken oud) en afwerkende varkens (14 tot 20 weken oud).
Inleiding
Circovirussen bij varkens (PCV1, 2, 3 en 4) komen veel voor in Chinese varkenshouderijen.Ze zijn ook gevoelig voor andere ziekten zoals blauwe oorziekte en mycoplasma pneumonie.Hoewel ook PCV4 is gedetecteerd, is het infectiepercentage zeer laag.
Onderzoeksresultaten
1Verspreiding van PCV's bij varkens in verschillende stadia
Het onderzoek identificeerde infectiepatronen bij varkens van verschillende leeftijden:
· PCV-3 was het meest voorkomende virus in de testikelvloeistof van zoogvarkens (75,4%), gevolgd door PCV-1 (56,9%) en PCV-2 (31,1%).De detectiepercentages van PCV-3 en PCV-1 in testikelvloeistof waren significant hoger dan in bloed..
· PCV-2 werd het vaakst gedetecteerd bij broedvarkens (31,4%) en verwerkende varkens (43,1%).significant hoger is dan PCV-3 bij varkens voor de afwerking (80,5%).
PCV-3 werd het vaakst gedetecteerd bij zeugens (46,1%), aanzienlijk hoger dan bij broedvarkens (17,8%) en bewerkingsvarkens (8,1%).
PCV-4 was het minst voorkomend, met extreem lage detectiepercentages in alle varkenspopulaties (0,0% - 2,2%).
Figuur 1. PCV-detectiecijfers bij varkens van verschillende leeftijden
Rode vakjes geven gemengde monsters aan.
TS: testisvloeistofmonster; SS: serummonster.
Conclusie: de prevalentie van PCV2 en PCV3 bij varkens toont een duidelijk patroon van "één stijgt, de andere daalt".terwijl PCV3 voornamelijk melkende biggen en zeugens treft.
2Ct Waardeverdeling bij varkens van verschillende leeftijden
Uit het onderzoek (figuur 2) bleek dat de virale lading (lagere Ct-waarden wijzen op meer virus) verschilde tussen verschillende virussen en varkensgroepen.De PCV3-belasting was het hoogst in de testikelvloeistof van zuigende varkens (gemiddelde Ct-waarde 30 mg/ kg)..2), aanzienlijk hoger dan bij andere virussen. Zowel de PCV1- als de PCV3-belastingen in de testikelvloeistof waren aanzienlijk hoger dan in serummonsters van andere varkensgroepen.De PCV2-belasting was het hoogst bij mestvarkens (Ct-waarde 30.3), aanzienlijk hoger dan bij broedvarkens en zeugens. De PCV1-belasting bij mestvarkens (Ct-waarde 35,57) was eveneens relatief hoger dan bij broedvarkens en zeugens.De PCV3-belasting in het serum van varkens van verschillende leeftijdsgroepen vertoonde weinig variatieBovendien werd PCV4 in zeer weinig monsters gedetecteerd, en zeer weinig monsters hadden een hoge belasting.
Figuur 2. Ct-waarden van PCV-DNA-positieve monsters in verschillende leeftijdsgroepen
Rode vakjes geven gemengde monsters aan.
TS: testisvloeistofmonster; SS: serummonster.
Conclusie: de virale lading van verschillende virussen varieerde aanzienlijk in verschillende varkensbestanden.terwijl PCV2 en PCV1 in hogere concentraties bij afwerkende varkens werden gevonden. PCV4 werd zelden gedetecteerd, en met een hoge belasting waren de monsters nog zeldzamer.
3- Correlatie tussen individuen in verschillende stadia
De resultaten toonden aan dat de co-detectiepercentages van verschillende PCV-typen aanzienlijk verschilden tussen varkensbestanden: bij broedvarkens was de co-detectiepercentages van PCV2 en PCV3 het hoogst (9,3%).maar de correlatie tussen de twee was niet significantDe co-detectiecijfers van PCV1 en PCV2 en van PCV1 en PCV3 waren lager en vertoonden geen significante correlatie.PCV2 en PCV3 was 4Bij zeugens was het co-infectiepercentage met PCV1 en PCV3 het hoogst met 12,6%, gevolgd door PCV2 en PCV3.en PCV1 en PCV2In het algemeen was de co-infectiegraad van verschillende PCV-typen in verschillende varkensbestanden laag en waren de correlaties tussen hen over het algemeen zwak.
Conclusie: Bij broedvarkens, mestvarkens en zeugens was het co-infectiegehalte onder verschillende PCV-typen over het algemeen laag en was de correlatie tussen hen zwak,vooral de correlatie tussen PCV4 en andere soorten was extreem zwak.
Conclusies
Dit onderzoek toont aan dat PCV1, PCV2 en PCV3 zeer vaak voorkomen bij zeugens en hun nakomelingen, waarbij verschillende genotypen verschillende infectiepatronen vertonen.Hoewel gemengde infectie met meerdere PCV-typen vaak voorkomtDeze discrepantie suggereert dat preventie- en bestrijdingsmaatregelen in fasen moeten worden uitgevoerd, waarbij de belangrijkste virussen in elk stadium worden aangepakt.Deze studie biedt waardevolle inzichten voor de ontwikkeling van preventieve strategieën.
Contactpersoon: Mr. Huang Jingtai
Tel.: 17743230916